Artrose is de meest voorkomende aandoening van het houding- en bewegingsapparaat.

  Kenmerkend is een langzaam en wisselend progressief verlies van gewrichtskraakbeen. Naast

  kraakbeenverlies kunnen ook veranderingen plaatsvinden van zowel het subchondrale bot en kan

  woekering optreden van het bot aan de gewrichtsranden (vorming van osteofyten). Periodiek kan

  de synoviale membraan geprikkeld zijn, wat leidt tot gewrichtsontsteking.

  Symptomen

  Pijn is het belangrijkste symptoom van artrose. Deze pijn treedt aanvankelijk op bij het starten

  van bewegen en bij langdurig belasten. De pijn neemt vaak toe naarmate de dag vordert. In latere

  fasen is er ook pijn in rust en nachtelijke pijn.

  Bij heupartrose zit de pijn meestal in de lies en aan de voor- en zijkant van de heup, soms in het

  bovenbeen of uitstralend naar het bovenbeen en de knie.

  Bij knieartrose bevindt de pijn zich meestal in en rondom de knie, maar soms kan de pijn ook

  gelokaliseerd zijn in het bovenbeen of de heup

  Stijfheid bij artrose is meestal startstijfheid, die na enkele minuten verdwenen is.

  Aan de gewrichtsranden kunnen benige zwellingen (osteofyten) worden gepalpeerd, die

  gevoelig zijn bij druk. Naast benige zwelling kan er sprake zijn van wekedelenzwelling. 

  Karakteristiek voor artrose zijn crepitaties die worden gehoord en gevoeld en waarschijnlijk

  worden veroorzaakt door ruwe gewrichtsoppervlakken en de benige verdikkingen aan de

  gewrichtsranden, die langs de ligamenten strijken.

  Daarnaast kunnen standsafwijkingenen/of instabiliteit problemen ontstaan bij het uitvoeren 

  van dagelijkse activiteiten zoals lopen, traplopen, gaan zitten en opstaan en sokken en schoenen

  aantrekken.

  Risicofactoren

  * Geslacht (vrouwen > mannen)

  * Overgewicht (BMI >30)

  * Werk

  * Artrose in de familie